J.K. Rowling heeft de reden achter de gewelddadige afkeer van de Dursleys voor hun neefje Harry Potter onthuld in een nieuw artikel voor haar website, Pottermore – evenals de reden achter haar beslissing om Petunia Dursley zonder een woord van vriendelijkheid bij Harry weg te laten gaan in de laatste roman.
Sommige lezers, zo schrijft Joanne Rowling, "wilden meer van tante Petunia tijdens dit afscheid". Aan het begin van 'Harry Potter and the Deathly Hallows' laat Harry zijn familie voorgoed achter zich - zijn neef Dudley schudt zijn hand, zijn oom Vernon brult "Ik dacht dat we een strak schema hadden", en zijn tante kijkt hem een laatste keer aan. Rowling schrijft in de roman dat "Harry even het vreemde gevoel had dat ze iets tegen hem wilde zeggen: ze gaf hem een vreemde, trillende blik en leek op het randje van spreken te balanceren, maar toen, met een kleine ruk van haar hoofd, snelde ze de kamer uit achter haar man en zoon aan."
In Pottermore beschrijft Rowling de Dursleys als “reactionair, bevooroordeeld, bekrompen en onwetend en intolerant; de meeste van mijn minst favoriete dingen”, en zegt dat ze wilde suggereren dat “iets fatsoenlijks (een lang vergeten maar vaag brandende liefde voor haar zus; het besef dat ze Lily’s ogen misschien nooit meer zou zien) bijna uit tante Petunia ontsnapte” tijdens het laatste afscheid, “maar dat ze het niet kan toegeven, of die lang begraven gevoelens kan tonen”.
Ondanks de teleurstelling van sommige lezers, schrijft Rowling, gelooft ze dat Petunia zich in dat laatste boek gedraagt “op een manier die het meest consistent is met haar gedachten en gevoelens in de voorgaande zeven boeken”.
Petunia Dursley, de zus van Harry's moeder, en haar man Vernon nemen hun neefje in huis toen zijn ouders vermoord waren. Ze voeden hem op naast hun eigen zoon Dudley, maar dwingen hem om in de kast onder de trap te wonen. Rowling legt uit hoe hun wrede behandeling teruggaat tot Petunia's jaloezie op de magische gaven van haar zus Lily toen ze opgroeiden, en Vernons afkeer van alles wat ongewoon was.
"Vernon had de neiging om zelfs mensen te verachten die bruine schoenen droegen onder zwarte pakken", schrijft Rowling, dus hij was niet onder de indruk toen hij het bestaan van Petunia's heksenzuster Lily ontdekte.
Toen Petunia en Vernon Lily's vriendje James voor het eerst ontmoetten, kregen de koppels ruzie, onthult Rowling. Vernon probeerde James te betuttelen door te suggereren dat tovenaars leven van een werkloosheidsuitkering, en werd boos toen James hem vertelde over het vele goud dat zijn ouders hadden in de tovenaarsbank Gringotts. Ze hebben het nooit goedgemaakt, Vernon beschreef James als "een soort amateur-goochelaar" en koos ervoor om niet naar de bruiloft van de Potters te gaan.
Toen er een brief uit Dumbledore kwam met het nieuws over de moord op de Potters, voelde Petunia "dat ze geen andere keus had" dan Harry in huis te nemen, maar ze deed dat met tegenzin, schrijft Rowling, "en bracht de rest van Harry's jeugd door met hem te straffen voor haar eigen keuze". Vernons afkeer van Harry, voegt ze toe, "komt deels, net als die van Severus Snape, voort uit Harry's grote gelijkenis met de vader die ze allebei zo'n hekel hadden".
De Petunia
Petunia en Benzaldehyde
Benzaldehyde (C6H5CHO) is een organische stof en is de meest eenvoudige van de aromatitische aldehyden. Het heeft een sterke, zoete, ietwat fruitachtige geur die doet denken aan bittere amandel, spijs, marsepein en kersen. Daardoor wordt deze stof veelvuldig ingezet als geur- en smaakstof in parfum, cosmetica en levensmiddelen, zoals cherry coke.
Na vanillin en ethylvanillin is benzaldehyde wereldwijd de meest gebruikte geur- en smaakstof.
Benzaldehyde kan onttrokken worden uit een aantal natuurlijke bronnen, waaronder abrikozen, kersen, laurierbladeren, perzikzaden en als amygdaline in bepaalde noten en zaden.
Tegenwoordig wordt benzaldehyde vooral gemaakt uit tolueen via een aantal verschillende syntheseroutes. Uiteraard is deze route veel goedkoper, maar de concument wil tegenwoordig vooral natuurlijke ingrediënten. Benzaldehyde uit natuurlijke bronnen is een stuk prijziger en daarom zoeken wetenschappers in de natuur naar de oplossing.
Planten maken ook benzaldehyde aan om bestuivers aan te trekken en zit naast die vruchten ook in andere planten, waaronder petunia’s.
De onderzoekers werkten met petunia's om de natuurlijke biosynthetische route van benzaldehydeproductie bloot te leggen[1]. Met deze kennis zullen onderzoekers de genen die voor het proces coderen, kunnen overbrengen naar gist of andere microben, zodat de productie van benzaldehyde op industriële schaal en het gebruik ervan in de voedingsmiddelen- en drankenindustrie mogelijk wordt.
Het team ontdekte dat bij de synthese van benzaldehyde in petuniabloemblaadjes een enzym betrokken is dat bestaat uit twee subeenheden die in gelijke hoeveelheden moeten worden gecombineerd om te activeren.
[1] Huang et al: A peroxisomal heterodimeric enzyme is involved in benzaldehyde synthesis in plants in Nature - 2022
Na vanillin en ethylvanillin is benzaldehyde wereldwijd de meest gebruikte geur- en smaakstof.
Benzaldehyde kan onttrokken worden uit een aantal natuurlijke bronnen, waaronder abrikozen, kersen, laurierbladeren, perzikzaden en als amygdaline in bepaalde noten en zaden.
Tegenwoordig wordt benzaldehyde vooral gemaakt uit tolueen via een aantal verschillende syntheseroutes. Uiteraard is deze route veel goedkoper, maar de concument wil tegenwoordig vooral natuurlijke ingrediënten. Benzaldehyde uit natuurlijke bronnen is een stuk prijziger en daarom zoeken wetenschappers in de natuur naar de oplossing.
Planten maken ook benzaldehyde aan om bestuivers aan te trekken en zit naast die vruchten ook in andere planten, waaronder petunia’s.
De onderzoekers werkten met petunia's om de natuurlijke biosynthetische route van benzaldehydeproductie bloot te leggen[1]. Met deze kennis zullen onderzoekers de genen die voor het proces coderen, kunnen overbrengen naar gist of andere microben, zodat de productie van benzaldehyde op industriële schaal en het gebruik ervan in de voedingsmiddelen- en drankenindustrie mogelijk wordt.
Het team ontdekte dat bij de synthese van benzaldehyde in petuniabloemblaadjes een enzym betrokken is dat bestaat uit twee subeenheden die in gelijke hoeveelheden moeten worden gecombineerd om te activeren.
[1] Huang et al: A peroxisomal heterodimeric enzyme is involved in benzaldehyde synthesis in plants in Nature - 2022
Glow-in-the dark Petunia
Ah, denk je misschien, dat is leuk voor de slaapkamer van mijn kinderen. Een paar glow-in-the-dark petunia's. Maar als je dat denkt, heb je het mis, want deze planten zijn echte petunia's.
Petunia's zijn onlangs genetisch gemanipuleerd om een neongroene tint te produceren, dankzij de toevoeging van DNA van Neonothopanus nambi, een lichtgevende (en giftige) paddenstoel die aangetroffen wordt in de tropische regenwouden van Australië, Maleisië, Zuid-Amerika en Centraal-America. Overdag heeft de paddenstoel een onopvallende bruine kleur. 's Nachts gloeit hij spookachtig groen.
“We maakten gebruik van een natuurlijk systeem dat is 'geleend' van een paddenstoel, die normaal gesproken in de tropische oerwouden voorkomt, en hebben dit op de planten overgebracht”, legt Karen Sarkisya uit, medeoprichter van het in Amerika gevestigde biotechbedrijf Light Bio. Het bedrijf kreeg onlangs toestemming van het Amerikaanse Ministerie van Landbouw om zijn lichtgevende petunia's in de Verenigde Staten op de markt te brengen.
Er zijn ongeveer 1,500 bekende bioluminescente soorten, waaronder bacteriën, vissen, kwallen, wormen, amfibieën, geleedpotigen en paddenstoelen. Die bioluminescentie ontstaat op natuurlijke wijze wanneer zuurstof reageert met een stof genaamd luciferine en met behulp van een enzym genaamd luciferase, om energie te produceren in de vorm van licht.
Het bedrijf is van plan de planten al vanaf begin 2024 te gaan verkopen onder de naam Firefly Petunia.
Omdat alle planten de potentie hebben om uit jouw dierbare tuin te ontsnappen, zal het slechts een kwestie van tijd zijn voordat de glow-in-the-dark petunia's in het wild worden aangetroffen. Dat zal zeker je nacht opfleuren.
Petunia's zijn onlangs genetisch gemanipuleerd om een neongroene tint te produceren, dankzij de toevoeging van DNA van Neonothopanus nambi, een lichtgevende (en giftige) paddenstoel die aangetroffen wordt in de tropische regenwouden van Australië, Maleisië, Zuid-Amerika en Centraal-America. Overdag heeft de paddenstoel een onopvallende bruine kleur. 's Nachts gloeit hij spookachtig groen.
“We maakten gebruik van een natuurlijk systeem dat is 'geleend' van een paddenstoel, die normaal gesproken in de tropische oerwouden voorkomt, en hebben dit op de planten overgebracht”, legt Karen Sarkisya uit, medeoprichter van het in Amerika gevestigde biotechbedrijf Light Bio. Het bedrijf kreeg onlangs toestemming van het Amerikaanse Ministerie van Landbouw om zijn lichtgevende petunia's in de Verenigde Staten op de markt te brengen.
Er zijn ongeveer 1,500 bekende bioluminescente soorten, waaronder bacteriën, vissen, kwallen, wormen, amfibieën, geleedpotigen en paddenstoelen. Die bioluminescentie ontstaat op natuurlijke wijze wanneer zuurstof reageert met een stof genaamd luciferine en met behulp van een enzym genaamd luciferase, om energie te produceren in de vorm van licht.
Het bedrijf is van plan de planten al vanaf begin 2024 te gaan verkopen onder de naam Firefly Petunia.
Omdat alle planten de potentie hebben om uit jouw dierbare tuin te ontsnappen, zal het slechts een kwestie van tijd zijn voordat de glow-in-the-dark petunia's in het wild worden aangetroffen. Dat zal zeker je nacht opfleuren.
Zwarte petunia
Nee, zwarte bloemen bestaan niet en ook de zwarte petunia is een slechts cultivar die een dieppaarse kleur heeft. Toch is het een vreemd gezicht, want petunia's zijn in het algemeen vrolijke bloemen en zwart geeft toch een ietwat macaber gevoel.
Een zwarte petunia komt uiteraard niet in de natuur voor en is het resultaat van een min of meer natuurlijk kweekproces, waarbij kwekers experimenteerden met bestaande kleuren. Die kleur werd uiteindelijk gecreëerd door het combineren van anthocyanines, de pigmenten die de rode, paarse en blauwe kleuren in bloemen, groenten en fruit creëren. Deze zijn aanwezig in elk deel van de plant, inclusief de stengels, bladeren en wortels. Als je de bloemblaadjes tussen je duim en vinger fijn wrijft, zie je dat je vingertop (en duimtop) donkerpaars worden.
De zwarte petunia verscheen voor het eerst in Groot-Brittannië op de markt in 2010 onder de naam 'Black Velvet' met de verkoopkretologie: 'Black goes with everything'. De prijzen lagen in het eerste jaar tussen de £2 en £3 per plant.
Intussen zijn er meerdere aanbieders van de (bijna) zwarte petunia.
Ik vraag me af hoe een tuin er uit zal zien met alleen zwarte bloemen en ik stel me voor dat dit slechts in de smaak zal vallen bij een beperkt publiek. Het is natuurlijk wel een kleur die een perfect contrast oplevert. Een combinatie van witte petunia's met zwarte petunia's zou geweldig staan.
De zwarte petunia combineert ook heel goed met geel bloeiende planten. Ook kun je ze perfect combineren met donkerbladige planten zoals die van de zoete aardappel.
Een zwarte petunia komt uiteraard niet in de natuur voor en is het resultaat van een min of meer natuurlijk kweekproces, waarbij kwekers experimenteerden met bestaande kleuren. Die kleur werd uiteindelijk gecreëerd door het combineren van anthocyanines, de pigmenten die de rode, paarse en blauwe kleuren in bloemen, groenten en fruit creëren. Deze zijn aanwezig in elk deel van de plant, inclusief de stengels, bladeren en wortels. Als je de bloemblaadjes tussen je duim en vinger fijn wrijft, zie je dat je vingertop (en duimtop) donkerpaars worden.
De zwarte petunia verscheen voor het eerst in Groot-Brittannië op de markt in 2010 onder de naam 'Black Velvet' met de verkoopkretologie: 'Black goes with everything'. De prijzen lagen in het eerste jaar tussen de £2 en £3 per plant.
Intussen zijn er meerdere aanbieders van de (bijna) zwarte petunia.
Ik vraag me af hoe een tuin er uit zal zien met alleen zwarte bloemen en ik stel me voor dat dit slechts in de smaak zal vallen bij een beperkt publiek. Het is natuurlijk wel een kleur die een perfect contrast oplevert. Een combinatie van witte petunia's met zwarte petunia's zou geweldig staan.
De zwarte petunia combineert ook heel goed met geel bloeiende planten. Ook kun je ze perfect combineren met donkerbladige planten zoals die van de zoete aardappel.
Hoe weet een petunia wanneer hij lekker moet ruiken?
Onderzoekers bestudeerden de vraag hoe de petunia's weten wanneer ze hun heerlijke, zoete geur moeten afgeven om insecten te lokken die de bloemen bestuiven.
Het team ontdekte een belangrijk gen dat bepaalt wanneer de petunia (Petunia hybrida) zijn geur afgeeft[1]. Het gen, Late Elongated Hypocotyl - beter bekend onder de afkorting LHY - wordt in veel plantensoorten aangetroffen en is een belangrijk onderdeel van het 'circadiaan ritme' van de plant. Dat circadiaan ritme is een biologisch klok die gestuurd wordt door de zon. Daarom noemt men het ook wel een 24-uursritme of een slaap-waakritme.
Biologen weten al langer dat veel organismen, zoals planten, mensen en zelfs kleine bacteriën allemaal interne circadiane klokken hebben - genen die hun cellen gesynchroniseerd houden met de 24-uurs cyclus van het leven op aarde. Deze genen reguleren cellulaire activiteiten op basis van het tijdstip van de dag. Onderzoekers hadden eerder aangetoond dat LHY een onderdeel is van de circadiane klok in andere bloeiende planten, maar in het onderhavige onderzoek hebben biologen voor het eerst een verband gelegd tussen LHY-activiteit en bloemengeur.
De onderzoekers ontdekten dat het petunia-LHY-gen 's ochtends het meest actief is, juist op het tegenovergestelde tijdstip van de dag wanneer de petunia zijn heerlijke geur afgeeft. Ze veronderstelden dat de ochtendactiviteit van LHY de productie van geurende chemicaliën zou kunnen onderdrukken. Toen ze de activiteit van LHY in hun laboratorium wisten te verlengen, lieten de petunia's hun geurige chemicaliën helemaal niet vrij.
Ze ontdekten zelfs hoe LHY de geur remt: het grijpt in op de activiteit van ODO1, een ander gen van de petunia dat de productie en afgifte van bloemengeuren bevordert[2] Door de ODO1-activiteit vroeg op de dag te onderdrukken, stopt LHY de aanmaak van bloemengeuren. Wanneer het LHY-gen later op de dag minder actief wordt, is ODO1 in staat om de productie van de geurige chemicaliën op te voeren, net op tijd voor de afgifte van die heerlijke, zwoele geur in een warme zomeravond.
Daarna creëerden de onderzoekers een petunia met een verminderde activiteit van het LHY-gen. Daardoor produceerden deze planten hun heerlijke geur vier tot acht uur eerder op de dag. Dat gepruts met genen zorgt er natuurlijk wel voor dat de insecten dan niet actief zijn en de plant zich minder goed zal kunnen voortplanten.
[1] Fenske et al: Circadian clock gene LATE ELONGATED HYPOCOTYL directly regulates the timing of floral scent emission in Petunia in PNAS – 2022. Zie hier.
[2] Verdonk et al: ODORANT1 regulates fragrance biosynthesis in petunia flowers in Plant Cell - 2005
Het team ontdekte een belangrijk gen dat bepaalt wanneer de petunia (Petunia hybrida) zijn geur afgeeft[1]. Het gen, Late Elongated Hypocotyl - beter bekend onder de afkorting LHY - wordt in veel plantensoorten aangetroffen en is een belangrijk onderdeel van het 'circadiaan ritme' van de plant. Dat circadiaan ritme is een biologisch klok die gestuurd wordt door de zon. Daarom noemt men het ook wel een 24-uursritme of een slaap-waakritme.
Biologen weten al langer dat veel organismen, zoals planten, mensen en zelfs kleine bacteriën allemaal interne circadiane klokken hebben - genen die hun cellen gesynchroniseerd houden met de 24-uurs cyclus van het leven op aarde. Deze genen reguleren cellulaire activiteiten op basis van het tijdstip van de dag. Onderzoekers hadden eerder aangetoond dat LHY een onderdeel is van de circadiane klok in andere bloeiende planten, maar in het onderhavige onderzoek hebben biologen voor het eerst een verband gelegd tussen LHY-activiteit en bloemengeur.
De onderzoekers ontdekten dat het petunia-LHY-gen 's ochtends het meest actief is, juist op het tegenovergestelde tijdstip van de dag wanneer de petunia zijn heerlijke geur afgeeft. Ze veronderstelden dat de ochtendactiviteit van LHY de productie van geurende chemicaliën zou kunnen onderdrukken. Toen ze de activiteit van LHY in hun laboratorium wisten te verlengen, lieten de petunia's hun geurige chemicaliën helemaal niet vrij.
Ze ontdekten zelfs hoe LHY de geur remt: het grijpt in op de activiteit van ODO1, een ander gen van de petunia dat de productie en afgifte van bloemengeuren bevordert[2] Door de ODO1-activiteit vroeg op de dag te onderdrukken, stopt LHY de aanmaak van bloemengeuren. Wanneer het LHY-gen later op de dag minder actief wordt, is ODO1 in staat om de productie van de geurige chemicaliën op te voeren, net op tijd voor de afgifte van die heerlijke, zwoele geur in een warme zomeravond.
Daarna creëerden de onderzoekers een petunia met een verminderde activiteit van het LHY-gen. Daardoor produceerden deze planten hun heerlijke geur vier tot acht uur eerder op de dag. Dat gepruts met genen zorgt er natuurlijk wel voor dat de insecten dan niet actief zijn en de plant zich minder goed zal kunnen voortplanten.
[1] Fenske et al: Circadian clock gene LATE ELONGATED HYPOCOTYL directly regulates the timing of floral scent emission in Petunia in PNAS – 2022. Zie hier.
[2] Verdonk et al: ODORANT1 regulates fragrance biosynthesis in petunia flowers in Plant Cell - 2005
Mexicaanse petunia
Nee, de Mexicaanse petunia (Ruellia simplex) is geen echte petunia. Zijn wetenschappelijke naam is ook nogal aan veranderingen onderheving: hij is afwisselend in de boeken verschenen als Ruellia angustifolia, Ruellia brittoniana en Cryphiacanthus angustifolius. In de Verenigde Staten staat hij bekend als Mexican bluebell of Britton's petunia.
Deze soort is een groenblijvende vaste plant die tot bijna een meter hoog kan worden. Hij vormt 'kolonies' van stengels met lancetvormige bladeren die variëren in lengte van 15 tot 30 centimeter en dan zo'n één tot twee centimeter breed zijn. De Mexicaanse petunia bloeit met trompetvormige bloemen, die van nature metallic blauw tot paars van kleur zijn.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Ruellia, eert de Franse arts en botanist Jean Ruel of Jean Ruelle (1474-1537), die ook bekend stond onder diens gelatiniseerde naam Ioannes Ruellius. Hij was ooit bekend vanwege diens boekwerk 'De Natura Stirpium' (1537), waarin hij een groot aantal planten alfabetisch beschreef, iets wat nog nooit eerder was gedaan. Is zo'n boek prijzig, zo kun je je afvragen. Nou, dat valt (relatief) mee, want een eerste druk werd nog niet zo lang geleden (2013) verkocht voor US$ 3,000. Het tweede deel, simplex, komt uit het Latijn, waar het 'eenvoudig' betekende.
De Mexicaanse petunia is oorspronkelijk een bewoner Mexico, het Caribisch gebied en delen van Zuid-Amerika, waaronder westelijk Bolivia, zuidwestelijk Brazilië, Paraguay, Uruguay en noordoostelijk Argentinië. Het is vooral een plant van natte plaatsen zoals sloten, vijverkanten, meren en moerassen, maar kan ook in drogere omstandigheden overleven.
Omdat deze plant vaak als sierplant in Amerikaanse tuinen werd aangeplant, hoeft het voor ons geen verrassing te zijn dat hij daaruit vaak is ontsnapt. Het is intussen een wijdverbreide invasieve plant geworden in Florida, waar de soort waarschijnlijk al voor 1933 als sierplant werd geïntroduceerd. Ook in Australië, delen van Azië en diverse eilanden in de Stille Zuidzee zijn ze hem liever kwijt als rijk.
Op veel plaatsen is de Mexicaanse petunia zo invasief geworden dat hij dichte bosschages vormt waar verder niets meer kan groeien. Daardoor worden inheemse planten in soms zeer kwetsbare omgevingen verdrongen en zijn met uitsterven bedreigd.
Deze soort is een groenblijvende vaste plant die tot bijna een meter hoog kan worden. Hij vormt 'kolonies' van stengels met lancetvormige bladeren die variëren in lengte van 15 tot 30 centimeter en dan zo'n één tot twee centimeter breed zijn. De Mexicaanse petunia bloeit met trompetvormige bloemen, die van nature metallic blauw tot paars van kleur zijn.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Ruellia, eert de Franse arts en botanist Jean Ruel of Jean Ruelle (1474-1537), die ook bekend stond onder diens gelatiniseerde naam Ioannes Ruellius. Hij was ooit bekend vanwege diens boekwerk 'De Natura Stirpium' (1537), waarin hij een groot aantal planten alfabetisch beschreef, iets wat nog nooit eerder was gedaan. Is zo'n boek prijzig, zo kun je je afvragen. Nou, dat valt (relatief) mee, want een eerste druk werd nog niet zo lang geleden (2013) verkocht voor US$ 3,000. Het tweede deel, simplex, komt uit het Latijn, waar het 'eenvoudig' betekende.
De Mexicaanse petunia is oorspronkelijk een bewoner Mexico, het Caribisch gebied en delen van Zuid-Amerika, waaronder westelijk Bolivia, zuidwestelijk Brazilië, Paraguay, Uruguay en noordoostelijk Argentinië. Het is vooral een plant van natte plaatsen zoals sloten, vijverkanten, meren en moerassen, maar kan ook in drogere omstandigheden overleven.
Omdat deze plant vaak als sierplant in Amerikaanse tuinen werd aangeplant, hoeft het voor ons geen verrassing te zijn dat hij daaruit vaak is ontsnapt. Het is intussen een wijdverbreide invasieve plant geworden in Florida, waar de soort waarschijnlijk al voor 1933 als sierplant werd geïntroduceerd. Ook in Australië, delen van Azië en diverse eilanden in de Stille Zuidzee zijn ze hem liever kwijt als rijk.
Op veel plaatsen is de Mexicaanse petunia zo invasief geworden dat hij dichte bosschages vormt waar verder niets meer kan groeien. Daardoor worden inheemse planten in soms zeer kwetsbare omgevingen verdrongen en zijn met uitsterven bedreigd.
Zijn petunia's verslavend?
De petunia's zijn, botanisch gezien, broertjes van de nicotiana's. Van de nicotiana's weten we dat ze bron zijn van tabak. De nicotine van de nicotiana's is een krachtige alkaloïde die, zoals altijd, bedoeld is om vraatschade te beperken. Het is dus niet zo gek om te veronderstellen dat ook petunia's eenzelfde manier hebben ontwikkelend om zichzelf te beschermen tegen de vraatzucht van planteneters.
Zo op het eerste gezicht klopt dat idee. Zelfs Wikipedia meldt hier dat ooit (of ergens) gerapporteerd is dat de Petunia violacea in Ecuador werd gebruikt als een hallucinerend middel, waar het bekend staat als shanín. Van deze drug wordt gemeld dat het sensaties van zweven en vliegen kan veroorzaken. Die effecten doen ons denken aan diverse Europese planten die ooit door heksen zouden worden gebruikt om te kunnen vliegen.
Maar we hadden hier al eerder gemeld dat wetenschappers er niet in geslaagd waren om potentiële kandidaten te identificeren. Geen alkaloïden betekent geen verslavende of hallucinerende werking.
Maar het idee van verslaving bleek toch te aantrekkelijk om los te laten. Op diverse sites, waar men drugsgebruik met een positieve blik bekijkt wordt toch een effect beschreven. Ik zal een melding op een verborgen forum even voor de lezer vertalen.
“Nadat ik gehoord had van de vermeende psychoactieve eigenschappen van petunia's en gezien hun naaste botanische verwanten, besloot mijn vriend thee te zetten van zes grote, diep paarse, fluweelachtige bloemen. Water werd gekookt, gehakte verse bloemen werden toegevoegd. Het water kreeg meteen een mooie donkerblauwe kleur. De vloeistof werd na een paar minuten gezeefd en de resulterende thee werd gedronken door mijn enthousiaste vriend die zich niet druk maakte om de smaak, die ietwat bloemig zou zijn. Binnen een half uur manifesteerden zich de effecten in de vorm van milde 'adrenalinestoten' die met tussenpozen van ongeveer vijf minuten kwamen. Mijn vriend merkte op dat het effect vergelijkbaar was met de effecten van yohimbe die ook dergelijke rushes veroorzaken. Mijn vriend merkte op dat het gevoel onaangenaam was en het gevoeld gaf alsof je ergens door schrok Hij ondervond ook wat sedatie op vanwege de thee en ging binnen 45 minuten na het drinken van de thee naar bed. Mijn vriend besloot zich af te trekken (zijn vriendin was de stad uit). Dit snode plan mislukte door de effecten van de thee. Hij viel in slaap en droomde woeste dromen”.
Hoe kunnen we die tegenstrijdige ervaringen met elkaar in overeenstemming brengen, zo zul je je op dit moment kunnen afvragen. Het antwoord is eenvoudig.
De sukkel heeft niet een aftreksel van een Argentijnse petunia (Petunia violacea) gebruikt, maar heeft zich kennelijk vergist. Hij moet per ongeluk de bloemen van de klimmende winde (Ipomoea violacea) hebben gebruikt[1]. Die lijken namelijk zeer veel op die van de petunia en daarvan weten we wel degelijk dat ze hallucinerende effecten hebben.
[1] Butler et al: Petunia violacea: hallucinogen or not? in ScienceDirect – 1981. Zie hier.
Zo op het eerste gezicht klopt dat idee. Zelfs Wikipedia meldt hier dat ooit (of ergens) gerapporteerd is dat de Petunia violacea in Ecuador werd gebruikt als een hallucinerend middel, waar het bekend staat als shanín. Van deze drug wordt gemeld dat het sensaties van zweven en vliegen kan veroorzaken. Die effecten doen ons denken aan diverse Europese planten die ooit door heksen zouden worden gebruikt om te kunnen vliegen.
Maar we hadden hier al eerder gemeld dat wetenschappers er niet in geslaagd waren om potentiële kandidaten te identificeren. Geen alkaloïden betekent geen verslavende of hallucinerende werking.
Maar het idee van verslaving bleek toch te aantrekkelijk om los te laten. Op diverse sites, waar men drugsgebruik met een positieve blik bekijkt wordt toch een effect beschreven. Ik zal een melding op een verborgen forum even voor de lezer vertalen.
“Nadat ik gehoord had van de vermeende psychoactieve eigenschappen van petunia's en gezien hun naaste botanische verwanten, besloot mijn vriend thee te zetten van zes grote, diep paarse, fluweelachtige bloemen. Water werd gekookt, gehakte verse bloemen werden toegevoegd. Het water kreeg meteen een mooie donkerblauwe kleur. De vloeistof werd na een paar minuten gezeefd en de resulterende thee werd gedronken door mijn enthousiaste vriend die zich niet druk maakte om de smaak, die ietwat bloemig zou zijn. Binnen een half uur manifesteerden zich de effecten in de vorm van milde 'adrenalinestoten' die met tussenpozen van ongeveer vijf minuten kwamen. Mijn vriend merkte op dat het effect vergelijkbaar was met de effecten van yohimbe die ook dergelijke rushes veroorzaken. Mijn vriend merkte op dat het gevoel onaangenaam was en het gevoeld gaf alsof je ergens door schrok Hij ondervond ook wat sedatie op vanwege de thee en ging binnen 45 minuten na het drinken van de thee naar bed. Mijn vriend besloot zich af te trekken (zijn vriendin was de stad uit). Dit snode plan mislukte door de effecten van de thee. Hij viel in slaap en droomde woeste dromen”.
Hoe kunnen we die tegenstrijdige ervaringen met elkaar in overeenstemming brengen, zo zul je je op dit moment kunnen afvragen. Het antwoord is eenvoudig.
De sukkel heeft niet een aftreksel van een Argentijnse petunia (Petunia violacea) gebruikt, maar heeft zich kennelijk vergist. Hij moet per ongeluk de bloemen van de klimmende winde (Ipomoea violacea) hebben gebruikt[1]. Die lijken namelijk zeer veel op die van de petunia en daarvan weten we wel degelijk dat ze hallucinerende effecten hebben.
[1] Butler et al: Petunia violacea: hallucinogen or not? in ScienceDirect – 1981. Zie hier.
Subscribe to:
Posts (Atom)